Wat zijn de ontwikkelingen in gezondheidsverschillen? 

Decoratieve illustratie 3 mensen bij een bushalte
  • Er was bijna 5 jaar verschil in levensverwachting tussen de groep met een po/vmbo/mbo1 opleiding en de groep met een hbo/wo opleiding in de periode 2019-2022.
  • Opleidingsverschillen in levensverwachting in goed ervaren gezondheid en zonder beperkingen zijn respectievelijk 13,7 en 12,2 jaar.
  • Tussen 1999 en 2022 bleven verschillen in roken tussen opleidingsgroepen bestaan, maar ook in de groep met een po/vmbo/mbo1 opleiding nam het percentage rokers flink af, van 37% naar 25%.
  • Verschillen in overgewicht naar opleiding blijven bestaan. In de groep met een havo/vwo/mbo2-4 opleiding is de sterkste stijging te zien in het percentage mensen met overgewicht.
  • Verschillen in minder goed ervaren gezondheid naar opleidingsgroepen blijven bestaan. De verschillen lijken iets toe te zijn genomen, met name in de periode voor 2005.
  • Verschillen naar opleidingsgroepen zijn tussen 1999 en 2022 toegenomen bij roken, maar zijn stabiel gebleven bij overgewicht.
  • Verschillen in levensverwachting tussen GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst)-regio’s blijven ondanks lichte verschuivingen ongeveer even groot. Het verschil tussen de regio met de hoogste en laagste levensverwachting blijft rond de 2 jaar.
  • Regionale verschillen in gezondheid en leefstijl tonen een divers patroon en houden zich niet aan administratieve grenzen:
    • Grote steden en krimpregio’s zijn minder gezond 
    • Vooral in de stad komen vaker psychische klachten voor
    • Eenzaamheid komt vooral voor in de grote steden
    • Inwoners van de Randstad bezoeken vaker de huisarts
    • Iedere regio heeft zijn eigen leefstijlprobleem     

In de periode 2019-2020 is het verschil tussen de groep mensen met een hbo/wo opleiding en de groep met een po/vmbo/mbo1 opleiding 4,8 jaar, terwijl dit in de periode 2007-2010 nog 3,7 jaar was. Met name de groep mensen met een po/vmbo/mbo1 opleiding heeft een kortere levensverwachting. Het verschil in levensverwachting tussen de groep mensen met een mbo2-4 opleiding en de groep met een hbo/wo opleiding blijft redelijk constant. Op basis van de grafiek is moeilijk te zeggen of gezondheidsverschillen toe- of afnemen, omdat de groep mensen met een po/vmbo/mbo1 opleiding in omvang is afgenomen en ook een relatief oudere bevolkingsgroep is geworden in de loop van de tijd.


Opleidingsverschillen in levensverwachting in goed ervaren gezondheid en zonder beperkingen respectievelijk 13,7 en 12,2 jaar.

De verschillen in gezonde levensverwachting en levensverwachting zonder beperkingen laten een vergelijkbaar beeld zien als de verschillen in levensverwachting. Daar zijn de verschillen tussen opleidingsgroepen in de periode 2019-2022 echter nog groter, respectievelijk 13,7 en 12,2 jaar.


Verschillen in roken naar opleiding blijven bestaan

Sla de grafiek Verschillen in roken naar opleiding blijven bestaan over en ga naar de datatabel

Bron: CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)-Gezondheidsenquête

Tussen 1999 en 2022 is het percentage rokers in alle opleidingsgroepen afgenomen. Het procentuele verschil (in procentpunten) tussen de groep mensen met een po/vmbo/mbo1 opleiding en de groep met een hbo/wo opleiding blijft rond de 12%. In de groep mensen met een hbo/wo opleiding is het percentage rokers gehalveerd, terwijl de afname in de andere twee opleidingsgroepen relatief minder groot is. Toch neemt ook in de groep mensen met een po/vmbo/mbo1 opleiding het percentage rokers flink af, van 37% in 1999 naar 25% in 2022. De groep mensen met een havo/vwo/mbo2-4 opleiding ligt in de hele periode dichter bij de groep met een po/vmbo/mbo1 opleiding dan bij de groep met een hbo/wo opleiding. Om een trend goed te kunnen beoordelen dient ook rekening te worden gehouden met veranderingen in omvang en leeftijdssamenstelling van de verschillende groepen in de tijd. Wanneer we daarvoor corrigeren is het verschil in roken tussen de groep met een po/vmbo/mbo1 opleiding en de groep met een hbo/wo opleiding toegenomen. 


Ook voor overgewicht (BMI Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht. (Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht.) >= 25) zijn er verschillen naar opleiding. In de periode 1991-2022 is in alle opleidingsgroepen een toename van overgewicht te zien. De stijging is het sterkst in de groep met een havo/vwo/mbo2-4 opleiding. Het percentage mensen met overgewicht in deze groep nadert het percentage van de groep met een po/vmbo/mbo1 opleiding. Om een trend goed te kunnen beoordelen dient ook rekening te worden gehouden met veranderingen in omvang en leeftijdssamenstelling van de verschillende groepen in de tijd. Wanneer we daarvoor corrigeren is er geen duidelijke toe- of afname in de opleidingsverschillen in overgewicht. 


In de gehele periode 1999-2022 blijven verschillen in minder goed ervaren gezondheid tussen opleidingsgroepen bestaan. Het verschil tussen de groep mensen met een hbo/wo opleiding en de groep met een po/vmbo/mbo1 opleiding is in 1999 ongeveer 19 procentpunt en in 2022 ruim 22 procentpunt. In alle opleidingsgroepen is in deze periode het percentage mensen dat zijn of haar gezondheid als minder goed ervaart toegenomen. Rekening houdend met verandering in omvang en leeftijdssamenstelling van de verschillende groepen, is er sprake van een lichte toename van opleidingssverschillen als het gaat om ervaren gezondheid (zie figuur). Die toename trad met name op tussen 1999 en 2005, daarna zijn de verschillen min of meer stabiel gebleven.  


Gezondheidsverschillen tussen mensen met een po/vmbo/mbo1 opleiding en mensen met een hbo/wo opleiding zijn het kleinst voor het hebben van overgewicht. In de figuur staat de Relative Index of Inequality (RII). Wanneer deze 1 is, is er geen verschil tussen de verschillende opleidingsgroepen. Naarmate de RII meer boven de 1 komt te liggen, zijn de verschillen groter, met de minst gunstige waarde in de groep met een po/vmbo/mbo1 opleiding. In de RII is gecorrigeerd voor omvang en leeftijdssamenstelling van de verschillende opleidingsgroepen. 

De Relative Index of Inequality ligt bij overgewicht in de hele periode rond de 1,5 terwijl deze bij roken in 2022 boven de 3 uitkomt.  

Bij overgewicht is het verschil naar opleidingsgroep tussen 1999 en 2022 ongeveer gelijk gebleven. Voor roken en ervaren gezondheid waren de verschillen naar opleidingsgroep in 1999 al iets groter dan bij overgewicht. In de periode 1999-2022 zijn deze verschillen groter geworden. Het beeld verschilt dus per gezondheidsmaat, maar gezondheidsverschillen naar opleidingsgroep als geheel worden niet kleiner.


Bron: CBS

De verschillen in levensverwachting tussen GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst)-regio’s en tussen gemeenten zijn de afgelopen 25 jaar niet groter geworden, maar ook niet kleiner. Wel zijn er verschuivingen opgetreden. Voor 2000 was bijvoorbeeld in Zeeland de levensverwachting relatief hoog, maar we zien dat sinds begin deze eeuw Zeeland de koppositie heeft moeten afstaan. Hollands Midden heeft in 2022 de hoogste levensverwachting. In alle regio’s nam de levensverwachting tussen 2003 en 2013 relatief sterk toe, waarna deze toename enigszins afvlakte. In 2020 was sprake van een duidelijke dip in de levensverwachting als gevolg van COVID-19, waarbij opvalt dat deze dip minder groot was in de regio Groningen en Zeeland. 

Een vergelijkbaar patroon in de periode van 1996 tot nu was te zien voor de levensverwachting per gemeente. Ook daar namen de verschillen als geheel niet toe, maar lieten sommige gemeenten in de loop van de tijd een grotere of een kleinere toename in de levensverwachting zien. Het lijkt erop dat enkele gemeenten structureel onder- of bovenaan dreigen te belanden. Het is nog onduidelijk hoe deze verschillen zich in de toekomst zullen ontwikkelen. 

 


Regionale verschillen in gezondheid en leefstijl tonen divers patroon en houden zich niet aan administratieve grenzen

Analyse van gezondheids(gerelateerde) indicatoren; zie de mouseover voor de toelichting per kaart

Ernstige eenzaamheid (figuur y) zien we vooral in de grote steden, met uitzondering van enkele clusters in de krimpregio’s (Zeeuws Vlaanderen, Limburg en Noordoost Groningen).  De grootste aaneengesloten gebieden met relatief veel eenzaamheid zien we rond Amsterdam Den Haag en Rotterdam. In absolute zin gaat het hier om veel mensen, omdat dit ook dichtbevolkte gebieden zijn.
a: Ervaren gezondheid
Ervaren gezondheid
b: Beperkt vanwege gezondheid
c: Psychische klachten
d: Huisartsenbezoek
e: Roken
Eenzaamheid
f: Voldoet aan alcoholrichtlijn
g: Voldoet aan de norm gezond bewegen
h: Overgewicht
i: Mantelzorggevers
j: Eenzaamheid

Diverse indicatoren voor gezondheid en leefstijl geven uiteenlopende ruimtelijke patronen. De ruimtelijke patronen van ervaren gezondheid en langdurige aandoeningen hebben bijvoorbeeld nog wel enige overeenkomst, maar psychische klachten geeft een heel ander ruimtelijk patroon. Deze kaarten tonen de patronen van een aantal leefstijlindicatoren. De kaarten zijn gemaakt met gegevens op buurtniveau. Met een hotspotanalyse zijn ruimtelijke clusters opgespoord. Wat opvalt is dat er binnen de GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst)-regio’s grote verschillen zijn en dat problemen zich ook niet aan de regiogrenzen houden. De rode gebieden betreffen ‘ongezonde clusters’en de blauwe ‘gezonde clusters’. De grote verscheidenheid aan regionale verschillen in gezondheid pleit voor een regionale verdieping, bijvoorbeeld over achterliggende oorzaken van patronen.

Citeer het Trendscenario

F. van der Lucht, M. Buijs, C. Deuning, H. Hilderink, M. Plasmans, R. Poos, L. Zwakhals, C. Couwenbergh (2024). Trendscenario Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2024. Bilthoven: RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). www.volksgezondheidtoekomstverkenning.nl/vtv-2024/trendscenario