De relatie tussen arbeid en gezondheid is tweeledig. Aan de ene kant is werken goed voor je gezondheid. Werk levert inkomen en zekerheid op. Veel sociale contacten lopen via werk en werk geeft mensen een mogelijk zinvolle invulling van hun dagelijks leven. Werken is echter niet altijd positief voor je gezondheid: het kan lichamelijk of geestelijk (te) zwaar zijn. Werken in een niet veilige werkomgeving veroorzaakt ieder jaar 45 dodelijke ongevallen. Er kan ongeveer 4,5% van de totale ziektelast toegeschreven worden aan arbeid (1). Ook bij ervaren gezondheid zien we dat 84% van de mensen die betaald werk hebben de eigen gezondheid als goed of uitstekend ziet, tegenover 44% van de mensen zonder werk (2). Werklozen hebben over het algemeen ook een slechtere mentale gezondheid, vaker depressies, en hogere sterftekansen (3-6).
Veel ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
In de VTV (In de Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) rapporteert het RIVM elke vier jaar over de ontwikkeling van de volksgezondheid in Nederland.)-2018 zijn veel toekomstige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in kaart gebracht (7). Zo gaan we steeds meer op weg naar een 24-uurseconomie, waardoor avond-, nacht- en weekendwerk steeds vaker voorkomt. Dit kan leiden tot een verstoring van de biologische klok, waardoor de kans op bepaalde chronische ziekten toeneemt. De sociale druk om altijd beschikbaar te zijn, kan leiden tot stress. Daarnaast zien we dat de zogenoemde platformeconomie, een economie waarin de producten en diensten via online platforms geleverd worden, verder zal doorzetten. Dit heeft ook tot gevolg dat er veel meer mensen met een flexibel dienstverband komen (8). Flexibele werktijden, brede inzetbaarheid en grotere autonomie geven het gevoel van eigen controle. Met minder vermoeidheid, hogere motivatie voor het werk en minder stress tot gevolg. Maar flexibele banen zorgen ook voor meer baan- en inkomensonzekerheid. Wat kan leiden tot een verminderd welzijn, meer stress en psychische problemen. Door robotisering zullen sommige banen verdwijnen, maar er ontstaan ook nieuwe banen. Robotisering heeft een positief effect op de kwaliteit van het werk, doordat robots ingezet kunnen worden voor fysiek zwaar, gevaarlijk, vies en/of saai werk. Maar het kan ook leiden tot werkonzekerheid en verlies van controle, met psychische problemen als stress of depressie tot gevolg. Digitalisering vraagt om andere competenties en om levenslang leren. Laaggeschoolde werknemers, ouderen, flexwerkers en mensen met een slechte gezondheid kunnen hierbij echter een achterstand oplopen. Dit kan nadelig zijn voor hun positie op de arbeidsmarkt.
De samenstelling van de beroepsbevolking verandert
Doordat er meer vrouwen en meer ouderen actief worden op de arbeidsmarkt verandert de samenstelling van de beroepsbevolking. Feminisering is positief voor de participatie van vrouwen, maar leidt ook tot een verhoogde druk. Werk en zorgtaken moeten vaak gecombineerd worden. Een toename van het aantal oudere werknemers betekent dat er meer mensen met chronische ziekten op de werkvloer zijn. De stijgende pensioenleeftijd leidt tot meer arbeidsongeschikte werknemers en toenemende sociaaleconomische verschillen (9).
De coronacrisis heeft het arbeidsproces hard getroffen
Door de lockdown is de economie hard getroffen. De verminderde economische activiteit heeft, mede door de steunpakketten van de overheid, (nog) niet geleid tot veel banenverlies. Dit beeld verschilt echter sterk per sector. Waar de supermarktsector juist een hogere omzet noteerde, zijn er in vele andere sectoren, zoals de reisbranche en de horeca, wel harde klappen gevallen. Zzp’ers blijken nu al vaker zonder voldoende inkomen te komen zitten. Het werkloosheidspercentage is van 3,4% voor de crisis gestegen naar 4,5% (seizoensgecorrigeerd) in het derde kwartaal van 2020 (10). Dat betekent dat er toen 419 duizend mensen werkloos waren. Vooral jongeren, lager opgeleiden, mensen met een arbeidshandicap en mensen met een migratieachtergrond zijn vaker werkloos. Het aandeel mensen met onzeker werk is in deze groepen hoger dan in andere groepen werkenden. Mensen met een flexibel contract worden het eerst ontslagen en werken vaak in sectoren waar de omzet flink terugloopt. Naast mensen met flexibele contracten zijn de zzp’ers vaak degenen die worden ontslagen of geen nieuwe contracten krijgen.
Zorgpersoneel continu ingezet
Grote delen van de zorgsector hebben op volle toeren gedraaid. Deze inzet van zorgpersoneel voor patiënten met COVID-19 heeft veel aandacht gekregen. De zwaarte van het werken onder hoge spanning en het continu moeten dragen van veel beschermende kleding, heeft geleid tot een enorme druk op het zorgpersoneel. Dit geldt niet alleen voor het medisch-specialistische zorgpersoneel. Ook in verpleeghuizen en de thuiszorg heeft het personeel te maken gehad met moeilijke omstandigheden en grote druk om hun werk naar behoren te kunnen uitvoeren. Het na-ijleffect hiervan zien we terug in het ziekteverzuim, na de eerste golf. De tweede golf diende zich al in september aan, terwijl het zorgpersoneel nog aan het herstellen was van de eerste golf en de zorg zich net een beetje normaliseerde. Met de tweede golf werd er alweer een groot beroep gedaan op de inzet en veerkracht van het zorgpersoneel.
Thuiswerken als norm
Door de coronamaatregelen is thuiswerken voor veel mensen de norm geworden. Aan het begin van de coronacrisis, tijdens de intelligente lockdown werkte 40-45% grotendeels thuis (11,12). In de maanden daarna nam het aandeel thuiswerkers iets af, met name het aandeel fulltime thuiswerkers. Vooral hoogopgeleide werknemers, mensen die met het openbaar vervoer moesten reizen en mensen met werkzaamheden die makkelijker thuis te verrichten zijn, werkten veel (deels) thuis. Echter, niet iedereen kan thuiswerken. Er zijn ook beroepen waarbij thuiswerken niet of moeilijk mogelijk is, zoals dienstverlening, transport, agrarische beroepen, de bouw en de zorg. Vooral werknemers met een lagere of middelbare opleiding werken vaak (deels) op locatie. Zij werken tijdens de coronacrisis relatief weinig vanuit huis. ‘Afstand houden’ is in alle gevallen het dringende advies, maar dit kan niet altijd in alle beroepen op adequate wijze worden nageleefd.
Thuiswerken positieve en negatieve gevolgen voor gezondheid
Thuiswerken heeft positieve en negatieve effecten op gezondheid. Zo gaat thuiswerken gepaard met meer digitaal vergaderen, geen reistijd, en kans op verstoring van de werk-privébalans. Gevolgen die van invloed kunnen zijn op de gezondheid van werkenden (12,13). Tijdens de crisis voelden de thuiswerkenden over het algemeen meer autonomie, werktevredenheid en flexibele werktijden, maar misten ze collega’s en sociale interactie. Een deel van de thuiswerkers rapporteert fysieke klachten of psychische klachten door thuiswerken. De gerapporteerde gezondheid van thuiswerkers tijdens de coronacrisis verschilt niet duidelijk van die van voor de crisis. Met name bij moeders leidde werk in combinatie met zorg- en onderwijstaken tot meer tijdsdruk en stress. Uit onderzoek in juni/juli van TNO onder ruim 10.000 werknemers blijkt dat de werk-privébalans niet is veranderd tijdens en na de eerste golf. Ook lijkt de psychische gezondheid van werkenden en het aantal gerapporteerde burn-outklachten na de eerste golf van hetzelfde niveau te zijn als voor de crisis (13-15). Uiteraard zijn er verschillen tussen de sectoren en beroepen. De gevolgen treffen niet iedere werkende even hard en er zijn groepen die kwetsbaarder zijn en meer risico hebben op (psychische) klachten, zoals mensen die hun baan (dreigen te) verliezen, mensen met een flexibel dienstverband, lager opgeleiden, jongere en oudere werknemers en zorgpersoneel. De hoogste werkdruk zagen we voor de lockdown al onder docenten en werknemers in de gezondheidszorg (16). De lockdown heeft hier weinig verandering in gebracht. De werkdruk blijft onverminderd hoog, evenals het percentage werknemers met burn-outklachten. Gemiddeld ervaart bijna 40% van het zorgpersoneel vaak tot altijd een hoge werkdruk. Met name artsen, verpleegkundigen en ziekenverzorgenden ervaren vaak tot altijd een hoge werkdruk. Ook zegt ruim 19% van het zorgpersoneel burn-outklachten te ervaren. En geeft ruim 18% van de verpleegkundigen en ziekenverzorgenden op locatie aan hun privéleven te verwaarlozen.
Gevolgen nog lang zichtbaar op arbeidsmarkt
De gevolgen van de eerste golf zullen naar verwachting voelbaar worden in de komende maanden. De gevolgen van de eerste golf zijn volgens het CPB (Centraal Planbureau) in ieder geval nog de komende 5 jaar te zien op de arbeidsmarkt. De tweede golf en de bijbehorende maatregelen leiden ook weer tot negatieve economische gevolgen. Veel bedrijven die het in de eerste golf nog net konden redden dreigen nu om te vallen. Hoe dit op langere termijn zal uitpakken, is lastig te zeggen. Steunpakketten van de overheid zullen niet oneindig zijn, en ook de rekening van huidige financiële ondersteuning zal uiteindelijk betaald moeten worden. Mensen met flexibele contracten, met onzeker werk, de zzp’ers worden minder opgeroepen en/of zien hun contracten/opdrachten opdrogen. Met flinke daling in inkomen tot gevolg en risico op financiële problemen, schulden en armoede. Omdat in z’n geheel de werkloosheid stijgt en dus meer mensen een baan zoeken, is het voor ouderen nog moeilijker aan het werk te komen. Het CPB verwacht dat het werkloosheidspercentage bijna verdubbelt ten opzichte van begin 2020 (17). Als er echter een tweede grootschalige lockdown komt, dan kan het werkloosheidspercentage drie keer zo hoog worden. Hoewel de werkloosheid in z’n totaliteit stijgt, zijn er ook sectoren waarin (seizoensgebonden) tekorten worden ervaren.
Toekomstige ontwikkelingen voor de arbeidsmarkt
Thuiswerken lijkt voor veel werknemers eerder regel dan uitzondering te worden. Hiermee wordt ook een gezonde en veilige thuiswerkplek een grote uitdaging. Mogelijk draagt de crisis eraan bij dat minder mensen ervoor kiezen om zzp’er te worden. De risico’s voor de zzp’er zijn groot en zichtbaar geworden waardoor dit wellicht veel minder aantrekkelijk zal zijn (18). Aan de andere kant heeft de crisis ook een extra impuls gegeven voor de platformeconomie waardoor juist meer mensen een flexibel dienstverband krijgen (19). Ook zal er met nieuwe golven wederom grote inzet van het zorgpersoneel gevraagd worden. Dit terwijl de tekorten op de zorgarbeidsmarkt mogelijk verder zullen oplopen. Hoewel de eerste golf tot weinig of geen veranderingen in psychische gezondheid en burn-outklachten bij werkenden leidde, lijken de vooruitzichten minder gunstig naarmate de crisis langer duurt. De kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt zijn door de crisis nog kwetsbaarder geworden.