Sociale kwaliteit van de leefomgeving
Er is behoefte aan een fors aantal nieuwe woningen, vooral in stedelijk gebied. Dit betekent een verdere verdichting van steden. Het is een uitdaging deze verdichting te combineren met voldoende ruimte voor bewegen, ontspannen en ontmoeten. Door de coronamaatregelen is de druk op de openbare ruimte verder toegenomen. De maatregelen hebben ook gevolgen voor de sociale verbindingen en het zich thuis voelen in de buurt. In de toekomst moeten we de leefomgeving zodanig (her)inrichten, dat hij gezond en veilig is voor iedereen, in het bijzonder voor kwetsbare groepen.
Bij sociale kwaliteit van de leefomgeving gaat het om sociale verbindingen tussen bewoners, het vermogen van bewoners om zich samen te organiseren en je thuis én veilig voelen in je buurt (1-4). Ontmoetingen in de openbare ruimte vormen de basis voor de sociale kwaliteit van de leefomgeving. Dit is belangrijk voor betrokkenheid van bewoners onderling en bij de buurt. Elkaar herkennen en sociaal kunnen plaatsen, zonder elkaar echt te hoeven kennen, helpt mensen zich thuis te voelen (5). Al deze aspecten van sociale kwaliteit zijn van invloed op de fysieke en mentale gezondheid van de bewoners (2, 6-10).
Binnenstedelijke verschillen tussen buurten lijken groter te worden
Naar verwachting zetten de stedelijke groei en de stijgende woningprijzen verder door. Dit zal de verschillen in buurtsamenstelling tussen wijken en buurten vergroten. Nu al is er sprake van groeiende concentraties van hoger opgeleiden met een goed inkomen enerzijds, en lager opgeleiden met een lager inkomen anderzijds (11, 12). Eén van de oorzaken is dat de middenklasse wegtrekt uit de stad (5). Deze geografische uitsortering kan zowel positieve als negatieve invloed hebben op de sociale kwaliteit in de wijk. In een wijk met een homogene samenstelling (wat betreft inkomen of migratieachtergrond) kan het thuis voelen en de onderlinge betrokkenheid van bewoners sterker zijn dan in een meer heterogene wijk (13). Tegelijkertijd is bekend dat de sociale cohesie in homogeen-arme wijken meestal lager is dan in homogeen-rijke wijken (14).
Omgevingswet biedt kansen voor sociale kwaliteit én gezondheid
Zowel professionals als beleidsmakers hebben steeds meer aandacht voor de leefomgeving en het belang daarvan voor gezondheid. Dit is bijvoorbeeld terug te zien in de Omgevingswet. Door deze wet moeten gemeenten gezondheid meewegen in hun omgevingsvisie en in het bijbehorende omgevingsplan. Dit blijkt ook uit de Landelijke nota Volksgezondheid (15). Hierin is veel aandacht voor het belang van de inrichting van de fysieke en sociale leefomgeving voor gezondheid. Vanuit de Omgevingswet geldt een verplichting om bewoners te betrekken bij de ruimtelijke planning in de gemeente. Deze gelegenheid om mee te praten biedt bewoners kansen om elkaar te leren kennen en te begrijpen en draagt bij aan participatie en sociale cohesie in wijken.
Impact van coronamaatregelen op sociale kwaliteit van de leefomgeving
De coronapandemie en de maatregelen, zoals het thuiswerken en het vermijden van drukke plekken, hebben geleid tot een herwaardering van de directe leefomgeving. Mensen ervaren in sterkere mate de noodzaak van een veilige en sociale leefomgeving in eigen buurt en straat met groene ruimte voor ontspanning, verblijf en ontmoeting (16, 17). De openbare ruimte is belangrijker geworden. Tegelijkertijd staat deze extra onder druk, als veel andere ontmoetingsplekken, zoals buurthuizen, sportscholen en bibliotheken, dichtgaan door coronamaatregelen. De openbare ruimte is van belang, omdat ontmoetingen tussen mensen daar plaatsvinden. Ontmoetingen in de openbare ruimte vormen de basis van de sociale kwaliteit van de leefomgeving.
De impact van corona op de sociale kwaliteit van de leefomgeving is divers. De basismaatregelen (blijf thuis, houd 1,5m afstand) leidden in het begin onder andere tot een toename van eenzaamheid (18, 19). Niettemin was er in het begin van de coronacrisis ook een stijging te zien van betrokkenheid van bewoners bij elkaar, en een enorme bereidwilligheid om elkaar te helpen (18, 20, 21). Burgers, die al met elkaar verbonden waren in (formele of informele) netwerken, zetten dat contact makkelijker online of telefonisch voort. Dat lag moeilijker voor burgers, die nog geen contact met elkaar hadden (22).
Ongeveer drie tot vier maanden na het begin van de coronacrisis, leek de bereidheid om onderling hulp te verlenen iets afgenomen. Maar nog steeds was deze hoog. Vooral voor het verlenen van hulp aan familie en vrienden (23), zoals boodschappen doen of een praatje maken. Er lijkt sprake van een bepaalde wederkerigheid. Mensen die hulp geven, ontvangen twee keer zo vaak ook zelf hulp, vergeleken met mensen die geen hulp geven (23). Op basis van andere studies is de verwachting dat de grotere betrokkenheid bij elkaar niet aanhoudt. Het solidariteit verhogende effect ebt weg, als men de crisis als minder bedreigend ervaart (24-26).
Bewonersinitiatieven versterken sociale kwaliteit van wijken
De impact van de coronapandemie lijkt groter in kwetsbare wijken dan in andere wijken (26-28). Ook de invloed van de coronamaatregelen op de sociale relaties in de buurt kan per wijk verschillen. Uit onderzoek van de Kenniswerkplaats Leefbare Wijken (in juli 2020), blijkt dat sociale relaties in de buurt over het algemeen iets meer onder druk staan sinds de coronacrisis. In kwetsbare wijken zou dit iets sterker het geval zijn. Zo is het aandeel respondenten in kwetsbare stadsgebieden dat begin juli 2020 aangeeft, dat er sinds de coronacrisis meer spanningen tussen bewoners zijn en meer overlast is van buren en op straat, iets hoger dan in minder kwetsbare wijken (23). Dit verschil was wel zichtbaar in Amsterdam en Den Haag, maar niet in Rotterdam.
De coronapandemie en de -maatregelen doen een beroep op de vindingrijkheid van wijkbewoners, om samen door deze moeilijke periode heen te komen. Sociaal weerbare wijken, zoals wijken met veel bewonersinitiatieven, lijken goed in staat om met moeilijke gebeurtenissen om te gaan (29, 30), en ook met de coronapandemie (31). Uit een verkenning van bewonersinitiatieven tijdens de coronacrisis in Nederland en Engeland blijkt dat deze gunstig zijn voor de sociale kwaliteit. Ze zorgen voor wederzijds respect, sterkere sociale netwerken, een gevoel van zingeving en betekenis, en ‘empowerment’ onder bewoners. Dit zijn allemaal aspecten die bevorderlijk zijn voor een gezamenlijke, weerbare reactie op een moeilijke situatie, zoals de coronacrisis (31). Het stimuleren van bewonersinitiatieven door de gemeente kan dus bijdragen aan de ontwikkeling van sociaal weerbare wijken (28), met een hogere sociale kwaliteit van de leefomgeving.
Gemeentelijke activiteiten en procedures (ook rondom de leefomgeving) zijn tijdens de coronacrisis allemaal online vormgegeven. De betrokkenheid van bewoners hierbij is niet altijd vanzelfsprekend. Niet alle burgers zijn digitaal vaardig of beschikken over internet. Daarnaast zijn openbare ruimen zoals bibliotheken met wifipunten gesloten vanwege coronamaatregelen. Bepaalde groepen, bijvoorbeeld ouderen en laag opgeleiden, worden hierdoor veel minder bereikt (32). Deze ongelijkheid in inspraak is niet wenselijk.
Sociaaleconomische scheidslijnen scherper door corona
Verschillende experts geven aan dat de coronacrisis de sociaaleconomische scheidslijnen heeft verscherpt (33-36). Dit wordt gezien als een van de grote maatschappelijke opgaven, ook vanuit het perspectief van de sociale kwaliteit van de leefomgeving. De verwachting is dat kwetsbare groepen in aantal en omvang toenemen door de langetermijngevolgen van de coronapandemie. Dat kan doorwerken in de sociale kwaliteit en kwetsbaarheid van wijken en buurten.
Een volgende uitbraak van het coronavirus, waarbij maatregelen nodig zijn, zal mogelijk leiden tot een nog grotere druk op de leefomgeving en impact hebben op de sociale kwaliteit ervan. De voortdurende noodzaak om afstand te houden tot elkaar speelt hierin een grote rol (37). Elk scenario van de coronapandemie kan zowel zorgen voor grotere saamhorigheid en onderlinge betrokkenheid, als voor meer polarisatie (24). Naar welke kant de balans zal doorslaan, is van vele factoren afhankelijk, en kan per wijk of buurt verschillen.
Om de kans op polarisatie te verkleinen, is het bevorderen van de sociale kwaliteit van de leefomgeving een belangrijke opgave voor gemeenten (26). Zij kunnen bewoners hierbij betrekken. Bijvoorbeeld om samen na te denken hoe coronamaatregelen in hun buurt beter kunnen worden toegepast. Gemeenten kunnen ook aansluiten bij bewonersinitiatieven of deze actief ondersteunen. Zo kunnen ze bijdragen aan de weerbaarheid en sociale kwaliteit van wijken (31).
De uitdaging zit in de vormgeving van deze actieve ondersteuning. Die moet een voortdurende wisselwerking stimuleren tussen bewoners, (informele) bewonersorganisaties en professionals. Op zodanige wijze dat zij elkaars werelden echt leren kennen en begrijpen (38). Uit eerdere voorbeelden (van voor de coronapandemie) weten we bijvoorbeeld dat, als bewoners op een voor hen prettige manier betrokken worden bij initiatieven voor meer groen in de leefomgeving, zij eerder eigenaarschap ervaren voor die groene leefomgeving en meewerken aan onderhoud ervan (39). Ook het opzetten van een sociale onderneming door buurtbewoners is een bewonersinitiatief. Een sociale onderneming kan, met de juiste ondersteuning vanuit de gemeente, de sociale kwaliteit en de economische vitaliteit van een wijk versterken (38, 40).
Participatie van burgers blijft essentieel
De coronapandemie heeft benadrukt dat het belangrijk is dat (lokale) beleidsmakers in de toekomst ook ontmoetingen in de buurt en wijk blijven faciliteren bij de inrichting van de openbare ruimte. Voor de sociale kwaliteit van de leefomgeving is het daarnaast belangrijk om bewonersinitiatieven in al hun diversiteit te stimuleren en faciliteren. Tot slot dient participatie van burgers gegarandeerd te blijven. Dit kan door het organiseren van zowel online als offline mogelijkheden tot inspraak. De verplichting vanuit de Omgevingswet, om burgers bij ruimtelijke planning te betrekken, biedt kansen voor zowel participatie als voor de sociale kwaliteit van de leefomgeving.