Door de coronacrisis zijn ook vitale ouderen meer kwetsbaar geworden
Door de coronacrisis zijn álle ouderen in één keer als kwetsbaar bestempeld. De heterogeniteit in gezondheid onder ouderen is groot. Veel ouderen zijn nog zeer vitaal, en leveren een waardevolle bijdrage aan de maatschappij. De coronamaatregelen hebben de ouderen beschermd tegen een corona-infectie, maar hebben ook geleid tot minder maatschappelijke participatie, meer angst en eenzaamheid en de autonomie van ouderen kwam onder druk te staan. Bij een volgende golf moet bezien worden of er meer maatwerk voor verschillende groepen ouderen mogelijk is.
Dé oudere bestaat niet
Door de stijging in levensverwachting worden we steeds ouder. In 2020 zijn er 3,4 miljoen 65-plussers. Naar verwachting zijn dat er 4,8 miljoen in 2040 (1). Ook neemt het aantal oudere ouderen toe (80-plussers), de dubbele vergrijzing (2). Dé oudere bestaat niet. De diversiteit in gezondheid onder ouderen is groot. Verouderingsprocessen treffen iedereen, maar de snelheid ervan verschilt per persoon. Dit komt onder andere door levenslange verschillen in leefgewoonten, leefomstandigheden en genetische achtergrond. Zo kunnen mensen met dezelfde chronologische leeftijd een andere ‘biologische leeftijd’ hebben.
Een grote groep ouderen is redelijk tot zeer vitaal. Zij kunnen actief meedoen in de maatschappij. Ook zijn veel ouderen veerkrachtig en kunnen na tegenslag, zoals een val, infectie of het verlies van een dierbare, weer op het oude niveau van functioneren terugkomen. Zij bevinden zich in de derde levensfase. Dit is de fase na het werkende leven en vóór het moment van verlies van zelfredzaamheid (3). Als in deze derde levensfase gezondheidsproblemen zich opstapelen en leiden tot grote zorgafhankelijkheid, worden ouderen kwetsbaar. De levensfase waarin mensen niet meer zelfredzaam zijn en afhankelijk zijn van zorg noemen we de vierde levensfase (3).
De (verborgen) bijdrage van ouderen aan de maatschappij
Door de coronacrisis lijkt de beeldvorming over ouderen veranderd. Er is meer aandacht voor de kwetsbaarheid dan voor de vitaliteit van ouderen. Echter, veel ouderen leveren een belangrijke bijdrage aan de maatschappij. In de vorm van bijvoorbeeld vrijwilligerswerk in de sport, politiek, als oppas, of als mantelzorger. De coronacrisis vormt een belemmering voor deze bijdragen (4). Tijdens de lockdown in maart 2020 stopten veel ouderen met het geven van mantelzorg aan andere ouderen of met het oppassen op hun kleinkinderen. Dit leidde voor een deel van de ouderen tot verlies aan sociale contacten (eenzaamheid) en zingeving (4, 5).
Door de vergrijzing zullen er in de toekomst minder mensen zijn om de grote groep ouderen te verzorgen. Naar verwachting neemt het aantal mantelzorgers per zelfstandig wonende 75-plusser af. Daarnaast neemt de leeftijd van de mantelzorgers toe: steeds meer mantelzorgers zullen zelf 75-plus zijn (6).
‘’Fysiek kan je misschien kwetsbaar zijn, maar dat wil niet zeggen hoeveel levenskracht je hebt en hoe graag je nog wilt. En wat je nog kan toevoegen aan je omgeving en wat je kan betekenen voor een ander. Dat heeft niks met elkaar te maken in mijn ogen. Natuurlijk krijg je meer mankementen, maar dat maakt je niet minder waardevol. Het gaat om ’waardevolheid’.’’
‘’Op het moment dat het duidelijk is dat je te maken hebt met een maatregel die je niet gewend bent dan denk je wat gebeurt hier, wat betekent het? Ook je vrijwilligerswerk wordt acuut gestopt. Ik werk als vrijwilliger bij de ouderen. [...] Het erge is dat ze geen contact hebben met hun kinderen of familieleden… […] Ik merk dat de eenzaamheid zo sterk is. […]”
Toenemend besef over het belang van het immuunsysteem bij gezond ouder worden
Bij gezondheidsproblemen op oudere leeftijd denkt men vaak vooral aan chronische ziekten (kanker, hart- en vaatziekten, diabetes type 2, dementie) en de risicofactoren daarvoor (leefstijl en metabole risicofactoren). Ruim 85% van de ouderen (75 jaar en ouder) heeft één of meerdere chronische aandoeningen (multimorbiditeit), wat hen kwetsbaar maakt. Dit komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen (7).
De coronapandemie heeft geleid tot meer aandacht voor de gevoeligheid voor (virus)infecties en de rol van (de veroudering van) het immuunsysteem. Om de rol van het (verouderende) immuunsysteem beter te begrijpen is meer kennis nodig. Bijvoorbeeld over de vaccinatierespons bij ouderen en factoren die bijdragen aan het optimaal functioneren van het immuunsysteem. Dit geldt voor het coronavirus, maar ook voor bijvoorbeeld griepvirussen.
Het verkrijgen en behouden van een goede gezondheid
Ook op oudere leeftijd kan een gezonde leefstijl bijdragen aan een betere gezondheid. De Raad van Ouderen bracht voor de coronacrisis al een advies uit over gezondheidsbevordering voor ouderen vanaf 55 jaar (8).
Door de coronacrisis en de -maatregelen wordt het moeilijker om gezond te leven. Er zijn minder mogelijkheden voor sporten en bewegen, cognitieve activiteiten, sociale contacten en minder mogelijkheden voor een zinvolle invulling van de dag. Dit kan er toe leiden dat mensen fysiek, mentaal en sociaal sneller achteruit gaan (4, 9, 10).
Belang van voorbereiding op het levenseinde
De coronacrisis heeft de urgentie laten zien van het voorbereidende gesprek over de vierde levensfase. Zo’n gesprek moet vaker en al in de derde levensfase worden gevoerd. Dit maakt duidelijk óf, en zo ja welke, zorg en ondersteuning iemand nog wil ontvangen. Zo kan de zorg maatwerk leveren, afgestemd op de gezondheidsproblemen en de wens van de oudere zelf. Niet alle ouderen zijn zich nog bewust van het belang van de voorbereiding op het levenseinde. Hier zou meer aandacht voor moeten komen (11).
‘’De pandemie heeft wel gemaakt dat je er snel over na gaat denken. Dat ik zelf ook als mantelzorger van mijn moeder, het moment dat mijn moeder helder was, gebruikt heb om het gesprek met haar aan te gaan. [….] De pandemie versterkt het bewustzijn dat je dat moet doen.’’
‘’ Ik heb het allemaal wel geregeld, door die corona. [….]”
Negatieve effecten van uitgestelde zorg
De uitgestelde zorg tijdens de lockdown in maart heeft waarschijnlijk een negatieve impact op de gezondheid van ouderen gehad. Hoewel het volledige beeld hiervan nog niet compleet is, zien we dat de ziektelast voor bijvoorbeeld staar en artrose hoger is door uitgestelde operaties en medische behandelingen (zie thema Gezondheid ). Ook bij andere aandoeningen kan dit uitstel het risico op slechtere gezondheidsuitkomsten vergroten. Daarnaast hebben ook minder thuiszorg en dagbesteding invloed op de zelfredzaamheid en kwaliteit van leven. Dit heeft vooral impact op ouderen in de derde levensfase, met het risico dat ze versneld in de vierde fase terecht kunnen komen. In de toekomst kan men op basis van de opgedane inzichten waarschijnlijk een betere afweging maken over afschaling van reguliere zorg.
“Toegang tot de zorg is gesloten en minder geworden. Als ik een afspraak heb met mijn vrouw bij de dokter dan moet je buiten wachten met rolstoel en wachten op toestemming om binnen te komen. Nu met mooi weer kan het maar in de winter niet.’’
‘’De dagopvang en de zorg is niet teruggekomen op het oude niveau en dat is zwaar voor mantelzorgers.’’
Toename van digitale vaardigheden onder ouderen
De coronacrisis heeft veel ouderen digitaal vaardiger gemaakt. Met deze ‘spoedcursus digitalisering' konden ze contact houden met hun dierbaren. Ook in de zorg versnelde de digitalisering, zoals consulten via beeldbellen (12, 13). Dit kunnen we zien als een uitbreiding van het zorgaanbod (13). In de toekomst zal men digitale mogelijkheden mogelijk vaker inzetten (zie thema Zorg ). Het is van belang de ouderen zelf te betrekken bij het verder ontwikkelen en inzetten van dergelijke innovaties en aandacht te houden voor de groepen die achterblijven in de digitalisering.
‘’Zoom, webex, skype. In het begin is het leuk. Digitale vaardigheden zijn enorm toegenomen. Je mist toch de contacten met de mens ook op het intermenselijke contact. Je intuïtie is afhankelijk van lichaamstaal van ouderen en dat kon je opeens niet meer gebruiken. Dat vond ik wel erg.’’
De autonomie van ouderen staat onder druk
Zowel de corona-infectie als de coronamaatregelen hebben ouderen in de derde en vierde levensfase getroffen. Ze hebben onder andere de autonomie van ouderen aangetast en angst gecreëerd (5). Dit leidde tot dilemma’s op het terrein van ouderenzorg en mantelzorg. Bijvoorbeeld de keuze tussen veiligheid en kwaliteit van leven. De balans tussen die twee (en de afwegingen die men daarbij maakt) kunnen voor ouderen grote gevolgen hebben. En is voor iedere ouder weer anders. Daarom is maatwerk hierbij van belang en moet in de toekomst de visie van de ouderen zelf meer aandacht krijgen. Ook is het belangrijk ouderen te blijven stimuleren om fysiek en mentaal actief te blijven, ook bij een zelfgekozen of opgelegde thuisisolatie.
‘’Mensen moeten zelf hun eigen keuzes kunnen maken. […] Dat je al die ouderen in een hoek duwt… Je voelt je niet oud en je wordt ineens als oude gezien.’’
Meer eenzaamheid onder ouderen
De lockdown in maart heeft waarschijnlijk effect gehad op de fysieke, cognitieve en sociale gezondheid van ouderen (4, 9). Ouderen in verpleeghuizen mochten geen bezoek ontvangen. Dagactiviteiten (ook voor zelfstandig wonenden) werden stilgelegd. Hierdoor waren veel ouderen langdurig alleen, wat het risico op eenzaamheid verhoogt (14, 15).
Online sociale contacten kunnen eenzaamheid onder ouderen verminderen (16). Aan de andere kant kan het de verschillen onder ouderen juist vergroten. Niet alle ouderen zijn namelijk digitaal vaardig of beschikken over digitale middelen. Mogelijk zijn sommige ouderen vereenzaamd, omdat ze bang zijn te worden besmet. Of omdat ze niet (meer) mee kunnen doen aan sociale activiteiten. Dit alles kan een negatieve invloed hebben op de gezondheid, mobiliteit en mentale fitheid van ouderen.
‘’Oude mensen zijn eenzaam. Ouderen in ziekenhuis en zorgtehuis zijn eenzaam, ze krijgen weinig bezoek. Maar ook heel veel ouderen wonen alleen thuis.[…] Het is zo raar, koud en eenzaam.’’
‘’Contact met je familie is korter geworden en je houdt meer afstand. […] Als je iemand op straat tegenkomt dan ga je praten met handgebaren en dan lijkt het alsof je ruzie hebt. Maar het is gewoon een familielid, vriend of kennis. Met ouderen is het nog moeilijker. Sommige horen niet goed en dan moet je harder praten, schreeuwen. Het contact verandert.’’
Het belang van huisvesting en een ouderenvriendelijke leefomgeving
De meeste ouderen willen zo lang mogelijk thuis blijven wonen (17). De overheid ondersteunt deze wens. Hierdoor is er een grote behoefte aan levensloopbestendige woningen (12, 18). Hulpbehoevende ouderen in de vierde levensfase, die thuis blijven wonen, zullen een beroep doen op hun directe omgeving (familie, vrienden en buren) en op zorgverleners. Dit leidt tot meer druk op mantelzorgers. Als thuis wonen niet meer mogelijk is, komen de verpleeghuizen in beeld. In het begin van de coronacrisis is de bezetting bij verpleeghuizen afgenomen, waarschijnlijk omdat mensen angstig waren. Inmiddels neemt de verpleeghuisbezetting weer iets toe (19).
De leefomgeving kan bijdragen aan de zelfredzaamheid van ouderen. Brede wandelpaden, bankjes, openbare toiletten en ontmoetingsplekken zijn voor ouderen van belang. Door de coronacrisis is de directe leefomgeving voor veel mensen (nog) belangrijker geworden. Ouderen met beperkte mobiliteit kunnen hierdoor mogelijk meer sociale contacten in de nabije omgeving opdoen en nabuurschap versterken. Wel kan er concurrentie ontstaan tussen verschillende groepen, bijvoorbeeld jongeren en ouderen, om de beschikbare ruimte (zie thema Leefomgeving).