Eerdere uitgaven van de VTV
Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) maakt al meer dan 25 jaar de Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV). Neem een kijkje in ons archief.
Door de coronacrisis zijn de toekomstige opgaven voor volksgezondheid en zorg nóg urgenter geworden. Corona heeft als het ware een vergrootglas op kwetsbaarheden en problemen gelegd. Maar dat niet alleen, er is hoop dat deze crisis een keerpunt kan zijn voor het verduurzamen, gezonder maken en vergroenen van de maatschappij. Dit was de hoofdboodschap van de corona-inclusieve VTV (c-VTV): een bijzondere uitgave van de VTV die tijdens de pandemie verscheen. In deze speciale online editie beschreven de toekomstverkenners van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) de toekomstige ontwikkelingen op het gebied van gezondheid en zorg, rekening houdend met de coronapandemie. Niet alleen de directe impact van COVID-19, maar ook de indirecte effecten van de coronacrisis werden in kaart gebracht. Denk aan de gezondheidseffecten door veranderende leefstijl, minder geleverde reguliere zorg en langetermijneffecten van sociaaleconomische ontwikkelingen.
“Het gaat goed met onze volksgezondheid. We worden steeds ouder, en de meeste mensen voelen zich gezond en niet beperkt. Toch staan we voor een aantal grote toekomstige opgaven.” Dit lezen we in de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2018. De schrijvers schetsen drie grote opgaven voor de Nederlandse volksgezondheid: De blijvend hoge ziektelast door hart- en vaatziekten en kanker; de groeiende groep zelfstandig wonende ouderen met dementie en andere complexe problemen; en de toenemende mentale druk op jongeren en jongvolwassenen. In vergelijking met vorige edities had de VTV-2018 een duidelijk ander signatuur. Geen balansdeel (hoe is het nu?) meer, maar de focus lag echt op de toekomst. Zo ging een van de themaverkenningen bijvoorbeeld geheel over technologie. Deze blik op de toekomst verruilden we in 2017 eenmalig voor een blik op het verleden: in het jubileumjaar verscheen het magazine ’25 jaar VTV’.
In de zesde editie van de VTV lezen we dat het in veel opzichten goed gaat met de volksgezondheid. We leven steeds langer, dankzij onze gezondheidszorg die steeds beter presteert. Tegelijk zijn meer mensen chronisch ziek. De veranderingen op het terrein van de volksgezondheid raken in de periode van de VTV-2014 in een stroomversnelling. Over de vraag wat de meest wenselijke toekomst is voor de volksgezondheid bestaat geen consensus. De vier perspectieven op de volksgezondheid, die de makers van de VTV-2014 presenteren, maken deze diversiteit in opvattingen over gezondheid en zorg expliciet. Ze zijn bedoeld om te helpen bij het voeren van strategische discussies. Om deze nieuwe denkwijze goed te laten landen, laat de VTV een serious game ontwikkelen. Het VTV-team gaat op tournee met deze game, waarin de spelers zelf keuzes moeten maken rondom volksgezondheidsthema’s.
Zoals de titel van deze vijfde VTV al suggereert: in 2010 gaat het goed met de gezondheid in Nederland, maar het moet beter. En het kan ook beter. Dat is de hoofdboodschap van deze Volksgezondheid Toekomst Verkenning. Ook al gaat het goed, deze VTV bevat geen pleidooi om in het volksgezondheidbeleid gas terug te nemen. Integendeel. De verkenning laat zien dat Nederland kan en moet blijven investeren in de gezondheid van burgers. Omdat gezondheid een groot goed is, maar ook omdat een vergrijzende economie gezonde burgers hard nodig heeft. Net als zijn voorgangers geeft deze VTV een nadere analyse van de informatie over de huidige Nederlandse volksgezondheid in de volle breedte met een blik op de toekomst. De VTV-2010 kwam uit in de vorm van een kernrapport, deelrapporten en een overkoepelende website.
Zorg voor gezondheid, de vierde VTV, bracht opnieuw een grote hoeveelheid informatie samen over gezondheid, preventie en zorg. De Nederlander was weer wat gezonder geworden, maar het kon nog beter. We lezen in het lijvige rapport dat ongezond gedrag en overgewicht, vooral bij de jeugd, een bron van zorg was voor de gezondheid in de toekomst. Er was ook reden tot zorg vanwege de ziektelast en zorgvraag die de vergrijzing van de geboortegolf van net na de Tweede Wereldoorlog zou gaan veroorzaken. De VTV-2006 beschrijft ook dat er binnen Nederland grote verschillen in gezondheid en gezondheidsrisico's zijn tussen regio's of buurten. Preventie zou zich volgens de makers van de VTV niet alleen op het individu moeten richten, maar net zo goed op de sociale en ruimtelijke aspecten van de omgeving.
In 2002 publiceerde het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) de derde VTV. Het rapport ‘Gezondheid op koers?’ was een samenvatting en diepere analyse van werk dat eerder was uitgekomen, op papier en op de websites van Nationaal Kompas en Zorgatlas. Met de VTV konden beleidsmakers het beleid evalueren en nieuw beleid zoveel mogelijk evidence-based vormgeven. De uitdagingen voor beleid waren in deze periode ook groot. De VTV-2002 beschrijft dat we meer gezonde ouderen krijgen, maar meer ongezonde jongeren. Een breed draagvlak krijgen voor effectieve preventie was niet gemakkelijk in een tijd waarin individuele belangen en keuzes veel aandacht kregen. Europese regelgeving kreeg steeds meer invloed op preventie en zorg. De capaciteit en budgetten in de zorg, de toenemende zorgvraag en medisch-technologische mogelijkheden, stelden bovendien steeds hogere eisen aan een goede aansluiting tussen vraag en aanbod.
Aan het eind van de jaren negentig presenteerde het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) de tweede VTV. Een reeks rapporten, met als titel ‘De som der delen’. In het voorwoord van Els Borst, toenmalig minister van volksgezondheid, lezen we: “Nadenken over VTV is nadenken over de relatie tussen informatievoorziening, onderzoek en beleid. Meestal is deze driehoeksverhouding niet zonder spanning. We hebben te maken met verschillende werelden: die van informatievoorziening, het meten en registreren; die van het onderzoek, het exploreren en extrapoleren op kennen en weten; en de wereld van het beleid, het willen en handelen. Toch kunnen deze drie werelden niet zonder elkaar.” De VTV-1997 beschrijft dat de ouder wordende bevolking, de medisch-technologische mogelijkheden, kwaliteitsverbetering, internationalisering en informatisering allemaal ontwikkelingen zijn, die op alle niveaus steeds meer dwingen tot prioriteren en herordenen.
In 1993 werd er een omvangrijk boekwerk overhandigd aan Hans Simons, destijds staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. Op de omslag prijkte met grote letters: Volksgezondheid Toekomst Verkenning. Al snel kreeg het boek echter een andere (bij)naam: het epidemiologisch telefoonboek, en dat was gezien de omvang en de lichtblauwe slappe kaft niet eens zo vreemd. De VTV-1993 was het product van drie jaar intensief werk van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en vele anderen. Deze allereerste VTV beschreef de gezondheidstoestand, trends uit het verleden en waar mogelijk verwachte toekomstige ontwikkelingen. In een intensieve samenwerking met veel andere onderzoeksinstituten zette het RIVM een belangrijke stap in het ordenen van bestaande informatie. Hieruit bleek dat er al veel gegevens beschikbaar waren, maar ook dat er vooral op het gebied van determinanten van ongezondheid nog veel onbekend was.